Braint Academy - zakelijk schrijven voor je werk menu

Stam van het werkwoord

Je vindt de stam van een werkwoord als je -en of -n van het hele werkwoord afhaalt. Wat je overhoudt, is de stam, bijvoorbeeld: fietsen = fiets. Er zijn werkwoorden waarin dit niet klopt: de stam van geloven = gelov ? Neem dan de ik-vorm: geloof.

Voorbeelden stam

schema werkwoordspelling

Hieronder vind je een paar voorbeelden van werkwoorden met daarachter de stam.

  • lopen(ik) loop
  • doen(ik) doe
  • worden(ik) word

Stam op een v of een z?

De stam van een werkwoord kan eindigen op een v of een z. Als je de stam schrijft, verandert de v in een f en een z wordt een s.

  • verhuizen(ik) verhuiz = ik verhuis
  • verven(ik) verv = ik verf

Werkwoordspelling

Als je wilt weten hoe je een werkwoord spelt, zoek dan eerst de stam van het werkwoord. Daarna kijk je in welke tijd het werkwoord staat en bepaal je welke letter(s) er achter de stam komen. Staat een werkwoord in de verleden of voltooide tijd? Gebruik dan de regel van 't kofschip. Hoe gebruik je 't kofschip?

Wat is jouw taalniveau?   Maak de gratis taaltoets en ontvang direct feedback. Naar de taaltoets

© 2024 BRAINT ACADEMY BV