- Home
- Taalgids
- Werkwoordspelling
- Verleden tijd
Verleden tijd
Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd op verschillende manieren schrijven: stam + te(n) of stam + de(n). Als de stam al op een t of een d eindigt, schrijf je dubbel t of dubbel d. De verleden tijd van onregelmatige (sterke) werkwoorden schrijf je op een andere manier: zij veranderen van klank, bijvoorbeeld vinden: Hij vond iets.
Stappenplan verleden tijd
Je kunt de juiste spelling bepalen met dit stappenplan:
- Zoek eerst de persoonsvorm in de zin.
- Kijk dan wat de stam van dit werkwoord is.
- Daarna zoek je het onderwerp.
- Is het onderwerp enkelvoud (ik/jij/u/hij/zij/het)? Dan te of de achter de stam
- Is het onderwerp meervoud (wij/jullie/zij)? Dan ten of den achter de stam
Schema verleden tijd
Hieronder zie je de spelling in de verleden tijd van de werkwoorden melden, wachten, werken en vinden.
Melden | ||
Onderwerp | Vorm | Spelling |
ik/jij/u/hij/zij/het | stam + de | meldde |
wij/jullie/zij | stam + den | meldden |
Wachten | ||
Onderwerp | Vorm | Spelling |
ik/jij/u/hij/zij/het | stam + te | wachtte |
wij/jullie/zij | stam + ten | wachtten |
Werken | ||
Onderwerp | Vorm | Spelling |
ik/jij/u/hij/zij/het | stam + te | werkte |
wij/jullie/zij | stam + ten | werkten |
Vinden | ||
Onderwerp | Vorm | Spelling |
ik/jij/u/hij/zij/het | klankverandering | vond |
wij/jullie/zij | klankverandering | vonden |
Spelling voltooid deelwoord
De regels hierboven gelden voor werkwoordspelling in de verleden tijd. Kijk ook eens hoe je een voltooid deelwoord spelt. Wat is een voltooid deelwoord?
Download het gratis E-book
© 2024 BRAINT ACADEMY BV