- Home
- Taalgids
- Zinsontleding
- Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin en bijzin
Een hoofdzin is een zelfstandige zin. Een bijzin is een afhankelijke zin en kan niet bestaan zonder een hoofdzin. Een ander verschil tussen een hoofdzin en een bijzin is de woordvolgorde. In een hoofdzin staat de persoonsvorm meestal op de tweede plaats. In een bijzin staat de persoonsvorm meestal verder naar achteren.
Voorbeelden hoofdzin
Hieronder vind je een paar hoofdzinnen. De persoonsvorm is roze.
- Ik vertrouw die politicus niet.
- Je moet niet meteen boos worden.
Voorbeelden bijzin
Je kunt deze zinnen uitbreiden met een andere zin. Je krijgt dan twee zinnen die verbonden zijn met een voegwoord. Elke zin heeft een persoonsvorm. De persoonsvorm is roze.
- Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.
- Je moet niet meteen boos worden als hij een fout maakt.
De eerste zin in deze zinnen is de hoofdzin. Deze kun je niet weglaten: het is een zelfstandige zin. De tweede zin, de bijzin, geeft extra informatie, maar is geen zelfstandige zin:
- omdat hij al vaak gelogen heeft.
- als hij een fout maakt.
Voegwoorden
Met een voegwoord verbind je zinnen met elkaar. Er zijn voegwoorden die twee hoofdzinnen verbinden, zoals en, maar, want. En er zijn voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin samenvoegen, zoals dat, omdat, als. Kijk hier voor meer informatie over voegwoorden.
Download het gratis E-book
© 2024 BRAINT ACADEMY BV