Meervoud
Je schrijft een woord in het meervoud als je het over twee of meer personen of zaken hebt. Bij één persoon of zaak, staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Je maakt het meervoud door -en, -s of -'s achter het enkelvoud te schrijven.
Voorbeelden meervoud
Hieronder zie je een voorbeeld van woorden die eindigen op -en, -s of -'s in het meervoud.
- hand handen
- egel egels
- taxi taxi's
Meervoudsvormen
Hoe weet je nou welk meervoud je moet kiezen? De meeste zelfstandige naamwoorden schrijf je in het meervoud met -en.
- wiel wielen
- schoen schoenen
Voor de uitgangen s en 's zijn er duidelijke regels. Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s.
- vlinder vlinders
- niveau niveaus
Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's.
- taxi taxi's
- baby baby's
Als er een klinker voor de y staat, schrijf je de s eraan vast.
- essay essays
- jockey jockeys
Soms schrijf je in het meervoud de uitgang -eren.
- kind kinderen
- blad bladeren
Meervoud van samengestelde woorden
Een samengesteld woord is een woord dat bestaat uit twee woorden, bijvoorbeeld bezorgservice. Dit woord is gemaakt van bezorg en service. Het meervoud van een samengesteld woord maak je met het tweede woord, services: bezorgservices. Een andere regel voor samengestelde woorden is de tussen-n. Wanneer schrijf je een tussen-n?
Download het gratis E-book
© 2024 BRAINT ACADEMY BV