- Home
- Taalgids
- Voornaamwoorden
- Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een woord dat eerder is genoemd, zoals die en dat. Het verbindt twee zinnen met elkaar. De tweede zin, die begint met het betrekkelijk voornaamwoord, noem je de betrekkelijke bijzin. Ook kan het voornaamwoord wat verwijzen naar een zin die daarvoor staat.
Voorbeelden betrekkelijk voornaamwoord
Hieronder vind je een paar voorbeelden. Het betrekkelijk voornaamwoord is roze.
- De man die daar loopt, is mijn oud-collega.
- Het horloge dat ik voor mijn verjaardag kreeg, is gestolen.
- Vertel me alles wat je ziet.
- Het mooiste wat ik heb, ben jij.
Lijst betrekkelijke voornaamwoorden
Hieronder zie je de betrekkelijke voornaamwoorden die in de voorbeelden hierboven zijn gebruikt.
- die die verwijst naar een de-woord (de man)
- dat dat verwijst naar een het-woord (het horloge)
- wat wat verwijst naar een onbepaald voornaamwoord (alles)
- wat wat verwijst naar een overtreffende trap (het mooiste)
Met wat kun je ook verwijzen naar een hele zin, zoals in de voorbeelden hieronder.
- Zij komen morgen ook, wat ik erg leuk vind.
- Onze club wordt kampioen, wat we natuurlijk zullen vieren.
Betrekkelijk voornaamwoord welke
Met het betrekkelijk voornaamwoord welke kun je ook verwijzen naar de-woorden (je mag dit niet gebruiken als je verwijst naar personen en naar het-woorden). Dit voornaamwoord is echter erg formeel (en ouderwets). Gebruik dus gewoon die.
Op de volgende pagina lees je alles over aanwijzende voornaamwoorden. Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Download het gratis E-book
© 2024 BRAINT ACADEMY BV